Skip to content

Interview met voorzitter Wooninspraak

Huurderskoepel draagt bij aan fijne woonomgeving

Huurders willen zoveel mogelijk zelf kunnen beslissen over hun dagelijks leven. Woningcorporaties kunnen daaraan bijdragen met creatieve oplossingen. Buurtcomités, huurdersorganisaties, bewonerscommissies en andere initiatieven helpen om huurders meer zelfredzaam te maken. Huurderskoepel Wooninspraak bijvoorbeeld komt op voor alle huurders van Woonin en vertegenwoordigt ongeveer 33.000 woningen in Utrecht, Nieuwegein, Krommerijn en Houten.

In de Overlegwet staan alle rechten en plichten van huurdersorganisaties en bewonerscommissies, waaronder Informatierecht, Overlegrecht, Adviesrecht en Agenderingsrecht. De wet zegt dat elke woningcorporatie met haar huurders contact moet hebben over onder andere huurverhogingen, servicekosten en andere belangen van huurders.

Luis in de pels
Hans Hiltemann, voorzitter van Huurderskoepel Wooninspraak van Woonin: ‘De huurders zijn bezig met hun eigen leven en niet met andere belangen, dus nemen wij als huurdersvereniging dat deel voor onze rekening. Wij denken en praten als vrijwilligers mee over onderwerpen die Woonin-huurders aangaan en over bijvoorbeeld stedelijk beleid rondom volkshuisvesting. Wij proberen de luis in de pels te zijn en zitten zéker niet in de broekzak van de woningcorporatie. Als koepel denken wij constructief mee en laten wij duidelijk onze mening horen. Bij een fusie, zoals tussen Mitros en Viveste, mogen wij als huurders óf akkoord gaan óf niet akkoord gaan. In deze fusie zagen wij geen nadelen voor de huurders, maar we hebben wel benadrukt dat onder andere de dienstverlening beter moest. De ene woningcorporatie gaat daar verder in dan de andere. Meestal geldt: hoe kleiner de corporatie, hoe makkelijker het contact gaat. Met Woonin zijn we dan ook in gesprek gegaan om het contact met en het begrip voor huurders te vergroten.’

Voorzitter Wooninspraak – Hans Hiltemann

Dichtbij onze achterban
Woonin is door de fusie tussen Mitros en Viveste een grote corporatie geworden met veel huurders. Hiltemann: ‘Wij hebben er bij Woonin op aangedrongen dat zij, ondanks de grote omvang, tóch laat zien dat zij dichtbij de huurders staat. Positief gevolg was dat het kantoor van Woonin in Nieuwegein opnieuw is geopend. Binnenkort komt er een kantoor in Overvecht. En als Leidsche Rijn verder doorgroeit, komt ook daar een kantoor. Als huurderskoepel hebben wij een kantoor in Utrecht aan de Marnixlaan en een kantoor in Wijk bij Duurstede aan de Dr. Janssenstraat.’

Bewonerscommissies
Een belangrijk bijdrage daaraan wordt geleverd door een aantal Bewonerscommissies. Deze worden meestal opgericht met het oog op grote thema’s, zoals een renovatie en sloop. ‘Voor dat soort projecten maakt de woningcorporatie een sociaal plan,’ legt Hiltemann uit. ‘Daarin staan onder andere de werkzaamheden, wanneer ze gebeuren en wat eventuele overlast kan zijn en welke rechten huurders hebben tijdens een renovatie of bij sloop van hun woning. Omdat dat vaak impact heeft op de levens van mensen verenigen zij zich in een Bewonerscommissie. Als Huurderskoepel faciliteren wij onder andere de ondersteuning van de bewonerscommissie, bijvoorbeeld door een adviseur van de Woonbond te regelen. Woonin regelt daarvoor de vergoeding.’

Leefbaarheid
Nadat een project of thema is voltooid, blijven Bewoners­commissies soms bestaan. ‘Zij houden zich dan bezig met wat er gebeurt in het gebouw en coördineren kleine reparaties. Zo ondersteunen zij de leefbaarheid in het gebouw. Er zijn zelfs hele actieve Bewonerscommissies die de leefbaarheid van de hele wijk willen verbeteren, onder ander door het organiseren van sociale bijeenkomsten. Voor ons zijn de Bewonerscommissies de ogen en oren in de wijk. Wij bezoeken ze regelmatig om van ze te horen én om ze bij onze ideeën en uitdagingen te betrekken.’

Jongeren en ouderen
Woonin realiseert een aantal projecten voor bijzondere huurdersgroepen. Hiltemann: ‘Deze woningen worden niet altijd direct verhuurd aan of bestemd voor kwetsbare groepen. Met als gevolg dat in een wooncomplex voor ouderen ook andere huurders komen die niet tot de doelgroep behoren, zoals jongeren. Daardoor verandert zo’n complex en dat zorgt soms voor onrust onder oudere bewoners. De corporatie moet goed uitleggen waarom zij dergelijke plaatsingen uitvoert en kan daar veel in verbeteren. In dat soort gevallen doen wij suggesties voor hoe het beter en anders kan.’

Kwetsbare groepen
Hiltemann noemt een ander voorbeeld van het ‘mengen’ van verschillende groepen huurders: ‘Woonin heeft als doelstelling dat 30% van de vrijgekomen huurwoningen wordt bestemd voor kwetsbare groepen, zoals cliënten uit de GGZ, statushouders en ex-gedetineerden. Het is een goede zaak dat ook deze mensen een woning krijgen in bestaande complexen. Wij moeten tolerant blijven en ook deze mensen een woning gunnen. Maar als iemand veertien jaar op de wachtlijst staat, is dat lastig te accepteren. Dat begrijp ik. Het is de taak van gemeente en woningcorporatie om dat aan inwoners uit te leggen.’ Vorig jaar bijvoorbeeld hebben corporaties in Utrecht de schouders gezet onder de uit­daging om 500 statushouders te plaatsen. ‘Dat was binnen een maand voor elkaar. Hoewel wij als huurderskoepels er begrip voor hadden dat dat snel werd geregeld, maken wij ons wel zorgen over dergelijke operaties. Wij kunnen ons niet voorstellen dat dit een eenmalige actie blijft, met grote gevolgen voor de wachtlijst en woningzoekenden in Utrecht.’

Prestatieafspraken
Woningcorporaties, gemeenten en huurdersorganisaties worden ook wel de lokale driehoek of ‘tripartite’ genoemd. Deze partijen weten elkaar steeds beter te vinden op het gebied van lokaal woonbeleid en prestatieafspraken. Daarin staan de stedelijke plannen voor het woningbeleid voor het komende jaar. ‘Binnen deze driehoek maken wij afspraken over doelstellingen en taakstellingen met oog op nieuwbouw van sociale huur­woningen, betaalbaarheid, duurzaamheid en eventueel sloop. Als huurderskoepel worden wij zeer serieus genomen en overal bij betrokken. Wij hebben een behoorlijke stem in het geheel, vooral bij het bewaken van onze belangen. De woningcorporatie wil soms een andere kant op dan wat de huurders willen. Dan moeten wij onze standpunten goed onderbouwen. Als dat goed lukt, wordt onze input verwerkt in de gezamenlijke afspraken.’

Doorstroom bevorderen
In de prestatieafspraken speelt nieuw­bouw van sociale huurwoningen een belangrijke rol, onderstreept Hiltemann. ‘Als huurderskoepel komen wij op voor bestaande en nieuwe huurders. Vooral de laatste tijd richt woning­corporatie Woonin zich ook op midden­huurders. Zij kunnen te vaak niet doorstromen, doordat te weinig middenhuurwoningen worden gebouwd. Dit ondanks overeenkomsten tussen betrokken partijen tot 2050, zoals het bouwen van 1.500 nieuwbouwwoningen per jaar. Gevolg is dat teveel sociale huurwoningen bezet blijven door mensen die eigenlijk meer kunnen betalen. Wij willen die doorstroom verbeteren, door – naast voldoende sociale huur – ook meer middenhuur te bouwen. Utrechters moeten in de stad kunnen wonen en niet naar buitengebieden hoeven te verhuizen. Als die 1.500 nieuwbouwwoningen per jaar niet worden gehaald, dan mag het tekort aan nieuw gebouwde sociale huurwoningen niet worden weggestreept, maar doorgeschoven naar het volgende jaar. Om de doelstellingen te halen, vinden wij ook verdichting, bijvoorbeeld door het plaatsen van extra woonlagen op bestaande woningen, een uitstekende optie.’

Versnellen van processen
Met het oog op dit soort knelpunten hecht Hiltemann veel waarde aan het bundelen van krachten. ‘Volgens het collegeakkoord wordt alleen gesloopt als het echt niet anders kan, en worden geen woningen verkocht. Maar dat lost de problemen van het wonen niet op. Nieuwbouw is keihard nodig!’ Gezamenlijk vinden de tripartite partijen dat, bijvoorbeeld bij veranderende duur­zaamheidseisen, de eisen aan bouw­plannen niet steeds moeten worden aangepast. ‘Dat werkt vaak enorm vertragend. Wij willen voorkomen dat plannen steeds opnieuw moeten worden ingediend. Daarom vinden wij het van groot van belang dat gemeente, corporaties en huurderskoepels samen kijken naar het versnellen van processen. Dat vind ik overigens ook het fijne van democratisch overleg: samen werken aan verbeteringen, in het belang van de huurders.’

(Bron: Huurdersvereniging – Insights Woonin (digitaal-magazine.nl) )

Back To Top