Op dit moment wordt er in Utrecht druk onderhandeld over de prestatieafspraken 2023-2026.
De ambitie wordt het bouwen van 1000-1300 nieuwe sociale huurwoningen per jaar. Wooninspraak (voorheen Huurders netwerk Mitros) heeft echter in de afgelopen jaren gemerkt dat dergelijke ambities niet worden gehaald. Kijk naar vorige prestatieafspraken maar ook bijvoorbeeld naar Woonvisie en Stadsakkoord. Wij vragen dan ook garanties dat de ambitie niet alleen een papieren ambitie is maar dat alle partijen deze ambitie gaan realiseren. Echter de ambitie is nog niet door middel van garanties geborgd.
Daarom heeft Wooninspraak aangekondigd dat als er geen garanties komen waardoor de ambitie realistisch en uitvoerbaar is, Wooninspraak de prestatieafspraken niet zal ondertekenen.
Wat zou dat betekenen?
Als wij de prestatieafspraken niet zouden ondertekenen dan is er sprake van een geschil. De eerste stap is dan dat de gemeente, de huurdersorganisatie en de corporaties gaan kijken of zij alsnog het geschil kunnen oplossen. Daarvoor kunnen deze partijen een neutrale partij inhuren om dat proces te begeleiden.
Komen partijen er dan nog niet uit, dan kan het geschil aan de minister worden voorgelegd. Voor de zoeken naar een oplossing voor het geschil bij prestatieafspraken heeft de minister een adviescommissie ingesteld. De adviescommissie behandelt geheel onafhankelijk het geschil en geeft een advies aan de minister. De minister doet op basis van het advies van deze commissie een uitspraak over het geschil waar alle partijen zich aan moeten houden.
Bij de beoordeling van een geschil let de adviescommissie op: de aansluiting bij de woonvisie en de volkshuisvestelijke prioriteiten, en of de activiteiten hieraan een redelijke bijdrage zijn en passen binnen de investeringsmogelijkheden van de woningcorporatie. Tot slot moeten de belangen van de huurders in voldoende mate inhoudelijk en procesmatig zijn betrokken.
Lukt dat niet dan kan (hoeft niet) het geschil ter beoordeling voorgelegd worden aan de minister, die over het geschil een (bindende) uitspraak doet. In beginsel kunnen partijen alle geschillen indienen die zij ervaren: procedureel (informatievoorziening, samenwerking, wettelijke voorschriften); relationeel (persoonlijke verhoudingen); en inhoudelijk.